Opern

Trouw, 27. Januar 2009
Hollanders in Parijs
Gerard Mortier verlaat de Opéra Bastille. Op de valreep presenteert hij een nieuwe opera van een landgenoot, en laat hij Eva-Maria Westbroek en Hartmut Haenchen vlammen.

Wat deze productie echt anders maakt dan in Amsterdam is de muzikale leiding van Hartmut Haenchen. Net als Westbroek is de voormalig muzikaal leider van De Nederlandse Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest in Parijs een grootheid geworden. Met Wagners ’Parsifal’ en Strauss’ ’Capriccio’ maakte hij in de Bastille grote indruk. Ook hij wordt aan het slot met gejuich op het toneel ontvangen. De Franse pers heeft het over une grande soirée, waarin de twee Hollanders gloriëren.

Wel aardig dat sommigen Haenchen als Nederlander zien; niet helemaal ten onrechte overigens, want hij heeft per slot het Nederlands staatsburgerschap gekregen. Zijn interpretatie van Sjostakovitsj’ partituur kenmerkt zich door een uitgekiende opbouw. Hij stapt niet in de val van té veel, té vroeg en vijlt en schaaft aan al te scherpe randjes. Daar waar het echt moet vlammen, zet Haenchen met het orkest van de Opéra de sluizen volledig open. Al met al is zijn visie misschien iets minder scherp en spectaculair dan die van Jansons, maar Haenchen spreekt met overtuiging zijn eigen waarheid.
Peter van der Lint