Aktuelles

25. Januar 2016 · Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Leeuwarden

Big to Basics

Sinfonische Dirigenten dirigieren den Niederländischen Kammerchor

Der Niederländische Kammerchor hat eine Reihe ins Leben gerufen, in der bekannte Orchesterdirigenten zum Ursprung der Musik zurückzukehren: Zum Singen. Hartmut Haenchen dirigierte die erste Konzert-Serie dieser Reihe.

Das Konzert aus der Nieuwe Kerk von Den Haag vom 23. Januar 2016 ist bis 23. April 2016 zu hören.

Programm:

Johann Sebastian Bach: Motette BWV 230, Lobet den Herrn, alle Heiden
Johann Sebastian Bach: Motette BWV 227, Jesu, meine Freude
Zoltán Kodály: Mátrai Képek
Johannes Brahms: Liebeslieder-Walzer, op.52
Zoltán Kodály: Esti dal
Zoltán Kodály: Túrót eszik a cigány

Hartmut Haenchen gab drei Interviews zu diesem Projekt:

Preludium, die Zeitschrift des Concertgebouw Amsterdam

Zeitschrift des Niederländischen Kammerchores
,
Rundfunkinterview für Radio 4.NL

Pressestimmen

HAENCHEN OVERTUIGT OOK ALS KOORDIRIGENT

In ka­mer­mu­ziek­zaal Hertz van het Utrech­se Ti­voliVre­den­burg oog­de en klonk zijn sa­men­wer­king met het Ne­der­lands Ka­mer­koor ver­trouwd. Voor de pau­ze was het pro­gram­ma ge­wijd aan mo­tet­ten van Bach, waar­on­der Je­su, mei­ne Freu­de. Met boet­se­ren­de ge­ba­ren no­dig­de Haen­chen de 26 zan­gers uit tot een rijk ge­scha­keer­de voor­dracht. Het was echt een mu­zi­ka­le re­de­voe­ring, met dui­de­lij­ke pun­ten, kom­ma’s, vraa­gen uit­roep­te­kens.

Ex­pres­sief en ge­con­cen­treerd wijd­den de mu­si­ci zich ver­vol­gens aan Má­trai ké­pek , een koor­werk dat Zol­tán Kodá­ly in 1952 ba- see­r­de op Hon­gaar­se volks­lie­de­ren. Het veel­zij­di­ge pro­gram­ma be­sloot met de Lie­be­s­lie­der-Wal­zer opus 52 van Brahms, sier­lijk van lijn en zoet van wel­ving. Van oor­sprong is dit geen koor­mu­ziek, Brahms dacht aan vier so­lo­stem­men in de huis­ka­mer. Haen­chen en de zan­gers wis­ten de in­tie­me sfeer knap te be­hou­den, met steun van een be­koor­lij­ke be­ge­lei­ding door het pi­a­no­duo Wy­ne­ke Jor­dans en Leo van Doe­se­laar.
Thiemo Wind
Ganze Rezension
de Telegraaf · 25. Januar 2016
... Het veel­zij­di­ge pro­gram­ma be­sloot met de Lie­be­s­lie­der-Wal­zer opus 52 van Brahms, sier­lijk van lijn en zoet van wel­ving. ... Haen­chen en de zan­gers wis­ten de in­tie­me sfeer knap te be­hou­den, met steun van een be­koor­lij­ke be­ge­lei­ding door het pi­a­no­duo Wy­ne­ke Jor­dans en Leo van Doe­se­laar.
Thiemo Wind
Ganze Rezension
de Telegraaf · 25. Januar 2016
... Basaal is ook dat het door hem samengestelde programma opent met de volgens velen nooit geëvenaarde muziek van Bach. Op het betrekkelijk korte Lobet den Herrn, alle Heiden volgt het grote motet Jesu meine Freude. Opvallend is de lichte toets die Haenchen van meet af aan handhaaft. De muziek is transparant en de tekst is uitgesproken richtinggevend, met subtiele cesuren tussen de zinnen en talloze gradaties tussen fluisterzacht en krachtig. Haenchen doet zijn voordeel met de inzichten van de historische uitvoeringspraktijk, maar drukt evengoed zijn eigen stempel op de muziek. De continuobegeleiding, door orgel en cello, bevat leuke accenten: zo speelt de cello in Jesu op een gegeven moment hoog op de a-snaar de koraalmelodie mee waarop het hele werk berust. Het NKK zingt prachtig en eendrachtig ...
Frits van der Waa

"Die Musik ist transparent und der Tekst ausgesprochen richtungsgebend, mit subtilen Zäsuren zwischen den Sätzen und zahllosen feinen dynamischen Unterschieden von leise flüsternd bis kräftig"

Ganze Rezension
de Volkskrant · 22. Januar 2016
... Het is het enige werk op het programma zonder instrumentale begeleiding en daarom eigenlijk het mooist: pure muziek, die echt terugkeert naar de oorsprong, vooral in de prachtig reine, zij het soms onverwachte samenklanken waarvan een grote ruimtelijke werking uitgaat.
Frits van der Waa
Ganze Rezension
de Volkskrant · 22. Januar 2016
Haenchen laat klank Kamerkoor volop stromen

... is hij een atypische dirigent voor het koor – en dat had een uitstekende uitwerking op de zangers. Waar veel koordirigenten druk gesticuleren om de plaatsing van medeklinkers aan te geven, leek Haenchen het als zijn primaire taak te zien de klank te laten stromen. De balans kon haast niet beter. Haenchen, begonnen als koorknaap in het Dresdner Kreuzchor, begon met de Bach-motetten Lobet den Herrn en Jesu, meine Freude. Natuurlijk werd de barokke frasering niet ineens overboord gegooid, toch hoorde je ook vlagen van Bach van voor de opkomst van de historische uitvoeringspraktijk, een volvette klank en romantische bogen, wat tot een prettige botsing van stijlopvattingen leidde. ...
Merlijn Kerkhof
Ganze Rezension
NRC · 22. Januar 2016
Ook in het programma zelf was contrast ingebouwd: ... en de vrolijke Liebeslieder Walzer. Dat is Brahms-light, maar werd met een overtuiging gebracht alsof het een van zijn beste werken betrof.
Merlijn Kerkhof
Ganze Rezension
NRC · 22. Januar 2016
ZURÜCK