Interview index (all)

09. November 2010 · de Volkskrant

Voor de tweede keer stort dirigent Hartmut Haenchen zich op Die Soldaten.

Het stuk van Bernd Alois Zimmermann geldt als de moeilijkste opera ooit.

Hartmut Haenchen bekent dat hij bij de voorbereiding van Die Soldaten netelige momenten heeft gekend. De dirigent die zich in 2003 meester over de materie toonde en aan Zimmermanns hypercomplexe muziek een helderheid gaf die niemand voor mogelijk hield, moest dit najaar gewoon ‘van nul af aan’ beginnen.

Soms sloeg de moedeloosheid toe. ‘Ik hád het stuk toch ooit in de vingers gehad. Was ik nu dan zoveel slechter geworden? Pas na vier weken repeteren overviel me de eerste aha-erlebnis.’

 

Terwijl de solisten grotendeels dezelfde zijn. Dat moet toch schelen?

‘Sterker nog: in de tussentijd hebben ze hun rol elders gezongen en zijn ze erin gegroeid. Maar het orkest bestaat voor tweederde uit nieuwe mensen. Sinds 2003 is de basis van het NedPhO smaller geworden, er zitten nu meer remplaçanten. Waaruit blijkt dat bezuinigingen de boel ook duurder kunnen maken.’

Inclusief een jazzcombo telt de hoofdmacht van Die Soldaten ruim 111 musici. Daarnaast stuurt Haenchen (67) vier toneelorkesten aan. Tot het arsenaal van slagwerk - bestuurd door 15 percussionisten - behoren drie stuks spoorstaaf. Bij de cast van 45 zangers en dansers telt Willy Decker in zijn regie nog eens 80 figuranten op.

En alsof de synchronisatie daarvan al niet lastig genoeg is, schrijft Zimmermann in zijn partituur ook nog eens de ingewikkeldste ritmes voor.

 

Hoe overmeester je zoiets?

‘De eerste keer heb ik twee jaar op de partituur gestudeerd. Lezen, lezen, lezen - en zo ontstaat langzaamaan een klank.’

Wolfgang Sawallisch had het in 1959 snel gezien. ‘Onuitvoerbaar’ meende de dirigent, nadat hij de eerste versie van Die Soldaten had opengeslagen. Zelfs Michael Gielen, die in 1965 de première leidde, vond dat Zimmermann ‘zuviel hat verlangt.’

Die zogenaamde onspeelbaarheid is iets van alle tijden, zegt Hartmut Haenchen. ‘Zelfs Beethoven en Brahms kregen het te horen. Feit is wel dat er in Die Soldaten muzikaal en scenisch ontzettend veel tegelijk gebeurt. De perfecte uitvoering bereiken we misschien pas over honderd jaar.’

 

Zit die complexiteit de zeggingskracht niet in de weg?

‘Dat is nou net het knappe van Zimmermann. Hij componeerde heel wiskundig volgens het serialisme, tot in metronoomcijfers en ritmes aan toe. Maar wat je hoort is een aangrijpend expressionistisch stuk.’

Zimmermann (1918-1970) puurde het libretto van Die Soldaten uit het gelijknamige toneelstuk van Jakob Lenz. Die beschreef al in 1776 hoe Marie, een nette middenstandsdochter uit Lille, via amourettes met officieren wil stijgen op de maatschappelijke ladder. Na misbruik en verkrachting vindt ze zichzelf terug als hoer.

Haenchen: ‘In feite toont het stuk hoe oorlog ontstaat. Geen respect voor het leven, alleen egoïsme telt. Haal cultuur weg uit een maatschappij, en je hebt Die Soldaten.’

 

Over cultuur gesproken: u vertrok in 2002 na zestien jaar als chef van het NedPhO. U weigerde zich neer te leggen bij een bezuiniging.

‘Wat ik toen heb voorspeld, is helaas ook uitgekomen. Het NedPhO en het Kamerorkest geven minder concerten en doen een groter beroep op losse krachten. Hoe goed zulke musici ook spelen, ze groeien niet organisch mee met een orkest. Ingo Metzmacher liep ertegenaan bij de Mozart/Da Pontecyclus in 2006.’

 

Zat u begin oktober dan met samengeknepen tenen bij het jubileumconcert van het 25-jarige NedPhO?

‘Integendeel. Qua klank, flexibiliteit en mentaliteit is de basisbezetting juist mooi gegroeid. De violen zijn technisch sterker. Van de diepe, intense klank van de cello’s en de bassen heb ik genoten.’

 

Hoe bevalt trouwens het freelancerschap?

‘Ik zal niet ontkennen dat ik me meer chef voel dan freelancer. Ik mis weleens de artistieke invloed die je binnen een organisatie kunt uitoefenen, zoals in mijn tijd als chef bij De Nederlandse Opera. Maar dat wist ik vantevoren. Om niet doelloos rond te reizen, heb ik een paar vaste punten: Covent Garden in Londen, de orkesten van Parijs, de operahuizen van Brussel en Madrid. En Amsterdam natuurlijk, waar een laatste reprise wacht van Wagners Ring in de regie van Audi.’

 

En in januari Parsifal in de Brusselse Munt.

‘Nog zo’n opera die een mannenmaatschappij in ontbinding toont. Na de laatste voorstelling in Amsterdam heb ik exact één dag om mijn koffer te pakken.’

 

En dan nooit meer Die Soldaten?

‘Ha, dat heb ik ook eens gezegd van Richard Strauss’ Elektra. Tot dit voorjaar Toulouse belde: ze zochten dringend een vervanger. Ik schrok ervoor terug, vroeg me af of ik die reuzenpartituur fysiek nog wel aankon. Het bleek geen probleem. Lichamelijke inspanning kun je kennelijk compenseren met het hoofd.’

 

Guido van Oorschot