Intendant Hans Waege omschreef Bruckner en Brahms als twijfelende componisten, in contrast met zelfverzekerde toonkunstenaars als Beethoven en Wagner. Deelt u die analyse?
Zeker en vast, waarbij wel opgemerkt moet worden dat Brahms twijfel erg van die van Bruckner verschilde. Bij Brahms kwam de twijfel van binnenuit. Was het überhaupt nog mogelijk om na de Negende van Beethoven een nieuwe symfonie te schrijven? Hij werkte maar liefst 20 jaar aan zijn Eerste symfonie! Bruckner ging in contrast met Brahms pas aan zichzelf twijfelen toen een orkest zijn werk weigerde uit te voeren of toen (zogezegde) vrienden hem negatieve feedback gaven. Bij hem kwam de twijfel dus niet van binnenuit maar van buitenaf. Dat leidde bij vele werken van Bruckner tot correcties – en dus verschillende versies.
Als dirigent is het uw taak om een versie te selecteren. Hoe gaat u daarbij te werk, bijvoorbeeld in het geval van BrucknersDerde symfonie?
Aangezien Bruckner nergens heeft aanbevolen om andere versies van zijn werken te dirigeren dan de laatste, ga ik er vanuit dat die steeds de door Bruckner gewilde versie is. Dat geldt ook voor de Derde symfonie. Wat niet wegneemt dat bijvoorbeeld de eerste versie van die symfonie op een aantal vlakken bijzonder interessant is: het geheel is langer, wilder en bereikt een dimensie die pas in de Achtste symfonie terug aan bod komt. Dat onstuimige karakter is natuurlijk imposant, maar in artistiek opzicht is de laatste versie toch beter. De vele stadia van zelfkritiek hebben duidelijk hun vruchten afgeworpen!
Brahms schreef zijn Derde symfonie in een ander stadium van zijn ontwikkeling als componist dan Bruckner …
Dat klopt! Alhoewel ze beiden ongeveer even oud waren toen ze hun derde symfonie componeerden. Brahms schreef zijn Derde symfonie op 50-jarige leeftijd in de zomer van 1883. Voor hem, die uiteindelijk slechts vier symfonieën schreef, was het een laat werk. Bruckners Derde symfonie daarentegen, waarvan hij de eerste versie op 49-jarige leeftijd voltooide, was een eerder vroeg werk. Hij zou als notoire laatbloeier uiteindelijk negen genummerde symfonieën schrijven. Aan zijn laatste symfonie werkte hij tot aan zijn dood in 1896.
Er is al veel inkt gevloeid over de strijd tussen de aanhangers van Brahms en de aanhangers van Bruckner. Welke componist krijgt ultiem uw voorkeur?
Ik vind de spanning die tussen beide componisten heerst – en die niet eens persoonlijk was – bijzonder interessant. Een dirigent als Hans Richter voerde eind negentiende eeuw in Wenen zowel Bruckner als Brahms. Hij was een van de weinige mensen die inzag dat beide componisten meesters waren en dat er dus niet gekozen moest worden. Alhoewel hun muzikale taal erg verschilt, zijn beide componisten kinderen van de romantische traditie.
Symfonieën van Bruckner zijn berucht omwille van hun lengte. Zijn dergelijke werken in een tijd die steeds sneller dreigt te gaan – met drie-minuten-songs, alsmaar korter wordende online artikelen en flitsend entertainment – niet anachronistisch?
Het valt niet te ontkennen dat we in een tijd leven die ik in het Duits een ‘Häppchenkultur’ (hapjescultuur) noem. De populaire muziek heeft op dat vlak een trend gezet, die de klassieke muziek maar al te vaak volgt. Wanneer op de radio slechts één deel van een Bruckner- of een Brahmssymfonie wordt gespeeld, gaat er echter veel verloren. Ook online concerten zijn niet ideaal: het ondertussen koffiedrinken of avondeten komt de concentratie niet ten goede. Pas in de concertzaal komen werken als de symfonieën van Bruckner en Brahms echt tot hun recht: voor een moment afgesneden van de buitenwereld kan je daar nog de nodige concentratie opbrengen. En in dat geval heeft de muziek een ongelofelijke impact!
Wat zijn de voordelen van een meerjarenproject als de Bruckner-Brahms-cyclus?
Een eerste keer voor een bepaald orkest staan, is altijd enorm zoeken. Naarmate je vaker samenwerkt, wordt het gemakkelijker en is er ook steeds meer mogelijk. De orkestleden beginnen je lichaamstaal te kennen, weten waar je naar toe wil en reageren adequater. Zo’n cyclus is een fantastisch project waarbij je als dirigent samen met het orkest heel wat kan opbouwen. Het zijn ook telkens weer concerten waar ik enorm naar uitkijk!