Interview index press

20. November 2022 · NNO-Magazin

“Ik verheug me op het enthousiasme en de gezonde ambitie van het orkest”

Hartmut Haenchen emigreerde in 1986 naar Nederland om muzikaal directeur te worden van De Nederlandse Opera en chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Dit seizoen hebben we hem mogen verwelkomen als vaste gastdirigent bij het NNO. De hoogste tijd voor een nadere kennismaking met deze wereldberoemde dirigent.

 

Hoe bent u in Nederland terechtgekomen?

“Ik ben midden in de oorlog in Dresden geboren. Omdat ik vanwege het strenge regime een beroepsverbod had, heb ik Oost-Duitsland verlaten. Dankzij een succesvolle première van de opera Elektra van Richard Strauss kwam ik in 1986 naar Amsterdam om twee van de belangrijkste muzikale functies over te nemen. Zo werd ik chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest en muzikaal directeur van De Nederlandse Opera.”

Hoe bent u dirigent geworden?

“Ik deed het gewoon. Op mijn vijftiende verjaardag dirigeerde ik mijn eerste concert met solisten, koor en klein orkest. Vervolgens ben ik zang en directie gaan studeren aan de Hogeschool voor Muziek Carl Maria von Weber in Dresden.”

In welke concertzaal speelt u het liefst?

“Daar hoef ik niet lang over na te denken, dat is het Concertgebouw in Amsterdam. Die geweldige akoestiek en ambiance is niet te vergelijken met andere zalen.”

Waar dirigeert u nog meer, naast het NNO?

“Ik werk en werkte als gastdirigent bij befaamde operahuizen, zoals in Bari, Bayreuth, Berlijn, Bologna, Brussel, Dresden, Geneve, den Haag, Jerusalem, Kopenhagen, Leipzig, London Los Angeles, Lyon, Madrid, Milaan, München, New York, Parijs, Stuttgart, Tokyo, Toulouse, Warschau, Wenen, Zürich. Berliner Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouw Orkest, Gewandhausorchester Leipzig, Staatskapelle Berlijn en Dresden, alle Orkesten van Parijs, Royal Danish Orchstra, Royal Stockholm Philharmonic Orchestra, vier Orkesten in Tokyo enz.

Wat is uw favoriete boek?

“Dat is ‘Doktor Faustus’, een filosofische roman uit 1947 van de Duitse schrijver Thomas Mann. Het gaat over het leven van de fictieve, demonische componist Adrian Leverkühn, die -net als Faust- zijn ziel verkoopt aan de duivel, zodat hij volmaakte composities kan schrijven. Ook ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch is een favoriet van mij. Dat boek is de Nederlandse Faust. En daarnaast heb ik natuurlijk zelf ook meerdere boeken geschreven, zoals het tweedelige ‘Werktreue und Interpretation. Erfahrungen eines Dirigenten’ en diverse boeken over onder andere Wagner en Mahler.”

Heeft u zelf ooit een instrument gespeeld?

“Jazeker! Ik ben, zoals bijna iedereen volgens mij, begonnen met de blokfluit. Ook heb ik piano leren spelen, naast de viool, fluit en de drums. Met het spelen van de orgel heb ik mijn studie betaald. Dat is voor mij de koningin van de instrumenten.”

Waar gaat u het liefst naar toe op vakantie?

“Mijn favoriete vakantiebestemming is de Duitse Baltische Zee. In de lente en herfst ga ik heel graag op vakantie naar Istrië, in Kroatië.”

Waarom heeft u Verdi’s Requiem gekozen voor uw inauguratie?

“Verdi's Requiem behandelt de fundamentele vragen van het leven en dus ook die van de dood. Het is één van de meest indrukwekkende ervaringen die je in de concertzaal kunt opdoen. Ik heb het concert dan ook opgedragen aan de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne.” Het inauguratieconcert was op 10 en 11 november 2022.

Vind u muzikale opvoeding, zowel thuis als op school, belangrijk?

“Absoluut! Zonder het avondlied dat moeders, vaders en grootouders voor hun (klein)kinderen zingen en zonder een muzikale opvoeding zullen we in onze toekomstige samenleving veel emotionele en intellectuele intelligentie verliezen. En hoewel dit al lang wetenschappelijk bewezen is, wordt het niet opgemerkt door degenen die het beleid bepalen.”

Waar kijkt u het meeste naar uit als vaste gastdirigent bij het NNO?

“Ik verheug me op het enthousiasme en de gezonde ambitie van het orkest. Dankzij eerdere concerten weet ik dat het tussen mij en de orkestleden goed klikt. Zij hebben hartstocht voor wat ze doen en werken heel hard om zo goed mogelijk te kunnen presteren. Daar houd ik van.”

“Ik verheug me op het enthousiasme en de gezonde ambitie van het orkest”

Hartmut Haenchen emigreerde in 1986 naar Nederland om muzikaal directeur te worden van De Nederlandse Opera en chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Dit seizoen hebben we hem mogen verwelkomen als vaste gastdirigent bij het NNO. De hoogste tijd voor een nadere kennismaking met deze wereldberoemde dirigent.

Hoe bent u in Nederland terechtgekomen?

“Ik ben midden in de oorlog in Dresden geboren. Omdat ik vanwege het strenge regime een beroepsverbod had, heb ik Oost-Duitsland verlaten. Dankzij een succesvolle première van de opera Elektra van Richard Strauss kwam ik in 1986 naar Amsterdam om twee van de belangrijkste muzikale functies over te nemen. Zo werd ik chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest en muzikaal directeur van De Nederlandse Opera.”

Hoe bent u dirigent geworden?

“Ik deed het gewoon. Op mijn vijftiende verjaardag dirigeerde ik mijn eerste concert met solisten, koor en klein orkest. Vervolgens ben ik zang en directie gaan studeren aan de Hogeschool voor Muziek Carl Maria von Weber in Dresden.”

In welke concertzaal speelt u het liefst?

“Daar hoef ik niet lang over na te denken, dat is het Concertgebouw in Amsterdam. Die geweldige akoestiek en ambiance is niet te vergelijken met andere zalen.”

Waar dirigeert u nog meer, naast het NNO?

“Ik werk en werkte als gastdirigent bij befaamde operahuizen, zoals in Bari, Bayreuth, Berlijn, Bologna, Brussel, Dresden, Geneve, den Haag, Jerusalem, Kopenhagen, Leipzig, London Los Angeles, Lyon, Madrid, Milaan, München, New York, Parijs, Stuttgart, Tokyo, Toulouse, Warschau, Wenen, Zürich. Berliner Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouw Orkest, Gewandhausorchester Leipzig, Staatskapelle Berlijn en Dresden, alle Orkesten van Parijs, Royal Danish Orchstra, Royal Stockholm Philharmonic Orchestra, vier Orkesten in Tokyo enz.

Wat is uw favoriete boek?

“Dat is ‘Doktor Faustus’, een filosofische roman uit 1947 van de Duitse schrijver Thomas Mann. Het gaat over het leven van de fictieve, demonische componist Adrian Leverkühn, die -net als Faust- zijn ziel verkoopt aan de duivel, zodat hij volmaakte composities kan schrijven. Ook ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch is een favoriet van mij. Dat boek is de Nederlandse Faust. En daarnaast heb ik natuurlijk zelf ook meerdere boeken geschreven, zoals het tweedelige ‘Werktreue und Interpretation. Erfahrungen eines Dirigenten’ en diverse boeken over onder andere Wagner en Mahler.”

Heeft u zelf ooit een instrument gespeeld?

“Jazeker! Ik ben, zoals bijna iedereen volgens mij, begonnen met de blokfluit. Ook heb ik piano leren spelen, naast de viool, fluit en de drums. Met het spelen van de orgel heb ik mijn studie betaald. Dat is voor mij de koningin van de instrumenten.”

Waar gaat u het liefst naar toe op vakantie?

“Mijn favoriete vakantiebestemming is de Duitse Baltische Zee. In de lente en herfst ga ik heel graag op vakantie naar Istrië, in Kroatië.”

Waarom heeft u Verdi’s Requiem gekozen voor uw inauguratie?

“Verdi's Requiem behandelt de fundamentele vragen van het leven en dus ook die van de dood. Het is één van de meest indrukwekkende ervaringen die je in de concertzaal kunt opdoen. Ik heb het concert dan ook opgedragen aan de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne.” Het inauguratieconcert was op 10 en 11 november 2022.

Vind u muzikale opvoeding, zowel thuis als op school, belangrijk?

“Absoluut! Zonder het avondlied dat moeders, vaders en grootouders voor hun (klein)kinderen zingen en zonder een muzikale opvoeding zullen we in onze toekomstige samenleving veel emotionele en intellectuele intelligentie verliezen. En hoewel dit al lang wetenschappelijk bewezen is, wordt het niet opgemerkt door degenen die het beleid bepalen.”

Waar kijkt u het meeste naar uit als vaste gastdirigent bij het NNO?

“Ik verheug me op het enthousiasme en de gezonde ambitie van het orkest. Dankzij eerdere concerten weet ik dat het tussen mij en de orkestleden goed klikt. Zij hebben hartstocht voor wat ze doen en werken heel hard om zo goed mogelijk te kunnen presteren. Daar houd ik van.”