Liszt, Franz: Eine Sinfonie zu Dantes "Divina Commedia", A la Chapelle Sixtine (Weltpremiere)
Nederlands Philharmonisch Orkest
CAPRICCIO 10 736, 1995
Enthaltene Werke
Liszt, Franz: A la Chapelle Sixtine
Liszt, Franz: Eine Sinfonie zu Dantes "Divina Commedia"
Pressestimmen
De Dante-symfonie is eveneens een compostie van uitersten, met een wel erg realistische schildering van de hel en het vagevuur uit Dantes Divina Commedia. We vinden hier enigszins de parallel met de finale van de Faust-symfonie, omdat Liszt ook voor de Dante-symfonie een monumentale koorfinale als bekroning zag, ditmaal als uitbeelding van het Paradijs. Wagner vond dat geen goed idee "omdat het Paradijs muzikaal niet valt uit te drukken." Liszt sloeg de (wijze?) raad niet in de wind en concipieerde in plaats daarvan na de orkestdelen Inferno en Purgatorio het afsluitende esoterische Magnificat met vrouwenkoor dat in de laatste maten in het niets oplost. Daarnaast is er nog een door Liszts levensgezellin Carolyne Wittgenstein hem later ingegeven, effectvolle afsluiting in fortissimo die echter in deze uitgave niet is opgenomen. Haenchen beheerst dit idioom tot in de vingertoppen, waaraan zijn grote opera-ervaring ongetwijfeld mede debet zal zijn geweest. Hij legt in het openingsdeel de complexe vierdelige sonatevorm met groot vakmanschap bloot en werkt het centrale thema `wie hier binnentreedt laat alle hoop varen' in zinderende spanningsbogen uit, daarbij geholpen door het geïnspireerd spelende orkest dat in deze live-uitvoering geen steken laat vallen die het luisterplezier in de weg staan. Twee van de vele hoogtepunten zijn de tragiek van het verloren geluk van Francesco da Rimini en Paolo en het werkelijk sardonische scherzo waarin het hoongelach echt weerklinkt. In het Purgatorio is de troefkaart vooral de lamenterende, berouwvolle fuga die fraai wordt ingeleid door liggende majeur-drieklanken. In het Magnificat zorgt de ingehouden bijdrage van het vrouwenkoor tot een weldadige afsluiting van dit grootse werk.
De Evocations à la Chapelle Sixtine waren oorspronkelijk als orgelwerk geconcipieerd onder de indruk van Liszts verblijf in Rome in 1862. Later volgde een bewerking voor orkest. De belangrijkste elementen zijn Allegri's Miserere en Mozarts Ave verum corpus die door Liszt zowel letterlijk worden geciteerd als van een duistere en klagende chromatiek worden voorzien. Meditatieve pianissimi dragen mede de grote expressieve reikwijdte van dit opus. In de handen van Haenchen is ook deze live opgenomen uitvoering een welkome bijdrage aan de discografie. De opnamen zijn een van de meest geslaagde in de Capriccio-reeks van dit orkest, maar neigt in de Dante-symfonie af en toe naar vervorming (bijv. track 1, vanaf 2:15). Laat dit u echter niet van de aanschaf van deze muzikaal waardevolle uitgaven afhouden!
Aart van der Wal
www.opusklassiek.nl, 01. July 2011
Although now Liszt's name is more likely to produce thoughts about his many virtuosic piano works, his importance and success as a symphonist and dramatist should not be overlooked. This two-disc set on the Brilliant Classics label has two works that Liszt labeled as symphonies, but they clearly have their roots in literary drama and Liszt's own spirituality. Disc one features Liszt's Faust Symphony. Though many composers before and since have attempted to set Goethe's work to music, the immense size of the work precludes a literal setting. Liszt, however, composed his symphony not as a literal retelling of Faust, but more as a representation of Liszt's own reaction to Faust. The result is perpetually ominous and intense. Performed here by the Radio-Symphony-Orchestra Berlin (which used to be the RIAS Symphony Orchestra and is now the Deutsches Symphony Orchestra Berlin), it does a splendid job of capturing the many dark moods this work has to offer. Disc two features Liszt's other symphony focused on the literary, darker aspects of the afterlife, his Dante Symphony. In this work, Liszt creates one massive movement for each of the three books of Dante's trilogy; here again we have more of a interpretive representation of the work rather than a literal setting. Performing this symphony is the Netherlands Philharmonic Orchestra and Chorus under Hartmut Haenchen. Listeners who don't mind trying out recordings by somewhat lesser known orchestras will be delighted with this powerful, accurate, and emotive performance.
Mike D. Brownell
4 von 5 Sternen
www.allmusic.com, 05. August 2007
... The Dante Symphony is the one exception in terms of performance and recording. The Netherlands Radio Philharmonic are set in the warm acoustic of the Concertgebouw Hall in Amsterdam which certainly aids and abets this performance. Comparing it with that of Kurt Masur on EMI I would place Haenchen ahead in terms of both fire and sensitivity. I enjoyed this disc very much, although as a masterpiece, wouldn’t the Faust Symphony have been a better choice? The fill-up orchestration of Liszt’s earlier organ work – A La Chapelle Sixtine - is worth having ...
Read more: http://www.musicweb-international.com/classRev/2005/Aug05/liszt_masterpieces_49450.htm#ixzz3BTtu1VMk
www.musicweb-international.com, 01. August 2005
Auf der vorliegenden Doppel-CD, die beim Label Brilliant Classics erschienen ist, sind diese beiden in ihrer Anlage so ähnlichen Werke Liszts vereint. Allerdings in zwei Aufnahmen, die so gut wie keine Gemeinsamkeiten aufweisen. Die Faust-Symphonie wurde eingespielt vom Radio-Symphonie-Orchester Berlin sowie dem Rundfunkchor Berlin unter der Leitung von Eliahu Inbal; die Dante-Symphonie ist in einem Konzertmitschnitt von Chor und Orchester der Niederländischen Philharmonie unter Hartmut Haenchen zu hören (...)
Haenchen hat in seiner Interpretation ein schlüssigeres Bild von Liszts Musik zu geben vermocht. Die Dante-Symphonie wird sehr kraftvoll musiziert, doch auch hier gelingt es nicht ganz, die Spannung so sehr zu halten, dass die häufigen Wiederholungen in der Komposition nicht als Längen wirken. Dennoch ist der Niederländischen Philharmonie eine solide Einspielung gelungen.
Fazit: Diese ungewöhnliche Zusammenstellung zweier so ungleicher Aufnahmen macht eine einheitliche Bewertung unmöglich.
Oliver John
www.klassik.com, 25. September 2003