CDs / DVDs

NRC Handelsblad, 03. February 2014
Kasper Jansen (NRC, 3/2/14 ****) brengt een ander muzikaal megaproject in herinnering, het van 1999-2002 integraal door Hartmut Haenchen met het Nederlands Philharmonisch Orkest uitgevoerde oeuvre van Mahler in het project Mahler-Wenen-Amsterdam. Haenchen dook er ongelooflijk diep in: na bestudering van elke symfonie schreef hij een brievenboekje, uit naam van Mahler, aan zichzelf. Het leverde bijzondere uitvoeringen op. Jansen: ‘Alles klonk weerbarstig, eigenzinnig, puur expressionistisch, onbevangen en emotioneel direct, gedirigeerd door Mahler zelf, als het ware.’ Nu staan de Eerste en de Achtste bij ICA Classics en ter ere van de 70ste verjaardag van Haenchen op de plaat. ‘Enerverende cd’s’ aldus Jansen:

NRC Handelsblad, 3. Februar 2014
Zo authentiek, alsof Mahler zelf dirigeert

Opzienbarend, zelfs megalomaan was de cyclus van tien symfo- nieën, Das klagende Lied en Das Lied von der Erde van Gustav Mahler die in de jaren 1999-2002 klonk in het Amsterdamse Concertgebouw. Het project ‘Mahler-Wenen-Amsterdam’ met Mahlers complete oeuvre werd omlijst door muziek van tijdgenoten. Zo klonk ook werk van Nederlandse componisten rond 1900: Wagenaar, Diepenbrock, Röntgen en Van Anrooy.

Het artistieke succes was groot: hier klonk Mahler op een manier die zich weinig aantrok van de uitvoeringstraditie, waarin Mahler uitgroeide tot een universeel gewaardeerde componist. De terugkeer naar de fel omstreden oer-Mahler was een project van het Nederlands Philharmonisch Orkest, het tweede Amsterdamse orkest. Dirigent was Hartmut Haenchen, sinds 1985 werkzaam in Amsterdam als chef van De Nederlandse Opera en het orkest, een tüchtige Duitser, die enorm veel energie stak in het project, zijn totale Mahlerproject.

Voorafgaand aan elke symfonie schreef Haenchen na uitvoerige studie een boekje met brieven alsof hij Mahler zelf was aan zijn ‘Beste vriend’, Haenchen zelf. Die identificatie met leven en werk van de componist, zelf ook dirigent, maakte Haenchens klinkende Mahler zo authentiek, openhartig en confronterend dat het vaak bijna schokkend was. Alles klonk weerbarstig, eigenzinnig, puur expressionistisch, onbevangen en emotioneel direct, gedirigeerd door Mahler zelf, als het ware.

Van alle Mahlermuziek werden cd-opnamen gemaakt, die nooit werden uitgebracht omdat het orkest daarvoor betaling eiste, financieel onhaalbaar. Niettemin verschenen vorig jaar, vanwege Haenchens 70ste verjaardag, bij ICA Classics de opnamen van de symfonieën nrs 1 en 8. Het zijn enerverende cd’s, vooral de Finales en nog meer de laatste maten ervan. Haenchen besluit de Eerste, die vaak niet aan zijn eind kan komen, in tumultueuze vaart: over, voorbij, uit. Het slot van de monumentale Achtste is weergaloos opgebouwd en doet het universum zinderen. Helaas ontbreken de nóg persoonlijker aangrijpende symfonieën daartussen met al hun lief en leed.
Kaspar Jansen