CDs / DVDs

www.klassiekezaken.nl, 28. March 2007
Beangstigende pracht in nieuwe ‘Ring’ De dirigent Hartmut Haenchen was weer even terug in Amsterdam. Na een matineevoorstelling van Wagners Tannhäuser presenteerde hij onder grote belangstelling de nieuwe cdserie van zijn complete ‘Amsterdamse Ring’ in de foyer van het Muziektheater. Die aandacht is terecht. Deze integrale opname van Wagners magnum opus is een kroon op de samenwerking tussen het Nederlands Philharmonisch Orkest en zijn voormalige chefdirigent. Onder Haenchens geduldige, opbouwende en bevlogen handen kon het orkest uitgroeien tot een club musici die tot ver over de landgrenzen bijval oogst. De DVD-versie van de ‘Amsterdamse Ring’ was er al, maar deze wijkt wat betreft de solistencast flink af van de inmiddels complete nieuwe set die op de cd’s aantreedt. De visie van Haenchen op Wagners immense kunstwerk is, wanneer we beide opnamen vergelijken, overigens niet ingrijpend gewijzigd, maar zijn volmaakte partituurkennis en grote Wagner-eruditie van ‘toen’ vragen ook niet om dringende verbeteringen in het ‘nu’. Nota bene: van de 518 keer dat de dirigent voor de Amsterdamse lessenaar stond, sloeg hij 139 maal een opera van Wagner. Dat Haenchens uitgebalanceerde, soevereine visie op deze cd’s door een hoogwaardiger klank en geluidskwaliteit nog exacter te volgen is dan op de DVD’s, spreekt vanzelf. De dirigent vertelt in de toelichtingen bij de cd’s uitgebreid over zijn studieuze zoektocht naar de meest gewetensvolle interpretatie. Dat zijn nauwgezette denkarbeid niet tot steriliteit heeft geleid, bewijst deze ‘Ring’ voortdurend. Geweldig meeslepend is de Trauermarsch in de derde acte van ‘Götterdämmerung’, waarin de dode held Siegfried helder, maar vol orkestrale grandeur en koortsige gloed wordt geëerd. Dat de dirigent bij de scènewisseling in ‘Das Rheingold’ beschikt over gestemde aambeelden is een grote verbetering ten opzichte van de DVD-opnamen. Het klinkend resultaat is van een beangstigende pracht. Naast de intellectuele queeste naar de klank bezon Haenchen zich ook volijverig op het juiste tempo en kwam daarbij tot de conclusie dat natuurlijke tekstarticulatie en expressie hiervoor in hoge mate bepalend zijn. Het uitrekken van woorden of het verlengen van noten, beproefd en geliefd in het verisme, is bij Wagner uit den boze. Deze ‘Ring’ is dan ook vrij van vals pathos of sentiment en dat komt het grimmige drama zeer ten goede. Het hele libretto overziend is ‘Der Ring des Nibelungen’ een les in Schopenhaueriaans pessimisme. Zelfs de liefde is niets anders dan een grote desillusie, net zoals de gedachte dat de mens vrij zou zijn. Het heil berust uiteindelijk in het niets, houdt Wotan de luisteraar voor, en in deze weerbarstige, mythische wereld voert de inmiddels in alle toonaarden bejubelde cast ons van het ene naar het andere indrukwekkende vocale moment. Wagners eigen uitspraak ‘We moeten de mens heel maken door de kunst’ vormt de tegenpool van het woord van de Oppergod en is gelukkig even valide. ...
Willem Veldhuizen
Ganze Rezension