Opera

Ijmuidercourant, 15. November 2013
Al bij het begin van de tweede acte komt de ontlading. Zodra dirigent Hartmut Haenchen zijn hoofd boven de orkestbak uitsteekt davert het applaus door het Amsterdamse Muziektheater. Het door hem gedirigeerde Nederlands Philharmonisch Orkest is dan ook meer dan het hart van Wagners opera ’Götterdämmerung’, die daar deze maand is te zien.

Haenchen is als chef-dirigent al jaren weg bij het orkest, maar de door hem met het NedPhO opgebouwde Wagnercultuur lijkt zich telkens als hij voor een opera van deze eigenzinnige componist terugkeert verder en dieper te ontwikkelen. Als in de derde en ook laatste acte de vermeende held Siegfried is gestorven en het einde van de wereld nadert, verbaast het orkest met een rijkdom aan kleuren en sferen. Zelfs op volle kracht spelend blijft elke melodie en elk detail hoorbaar. Hoe zorgvuldig wekt Haenchen naar dat slot toe.

In dit vierde en laatste deel van het vierluik ’der Ring des Nibelungen’ leveren ook de zangers in dit verhaal over het menselijk tekort werkelijk topprestaties. In de immer imponerende enscenering van Pierre Audi is Kurt Rydl nog angstaanjagender als de schurkachtig Hagen. Hij speelt die rol hier sinds 1998 steeds dreigender en vileiner, zijn ’metalen’ bas prangt de luisteraar tot in de ziel. Natuurlijk betovert zo’n man de vermeende held Siegfried waardoor die zijn Brünhilde vergeet en de weg naar de wereldheerschappij voor Hagen open lijkt te liggen.

Net als in ’Siegfried’, het derde deel van ’Der Ring’, zingt Stephen Gould de held met tragische lyriek. Helaas is hij er niet bij als De Nederlands Opera in januari ’Der Ring’ als complete cyclus uitvoert. Wel keert Rydl terug, net als de sopraan Catherine Foster die nu als nieuw gezicht in deze productie ontroerend de rol van de door verraad gekwelde Brünhilde zingt. Deze ’Götterdämmerung’ gloeit, dit operahuis is klaar voor een complete glanzende ’Ring’.