Kalender

31. August 2013 · Amsterdam, Muziektheater, 17.30 Uhr

Richard Wagner: Siegfried

Nederlands Philharmonisch Orkest
Siegfried: Stephen Gould; Mime: Wolfgang Ablinger-Sperrhacke; Der Wanderer: Thomas Johannes Mayer; Alberich: Werner Van Mechelen: Fafner: Jan-Hendrik Rootering; Erda: Marina Prudenskaja; Brünnhilde: Catherine Naglestad; Waldvogel: Knabensopran

Premiere
Kurzinterview über die besonderen Schwierigkeiten der Produktion hier

Pressestimmen

„Ein Märchen aus uralten Zeiten…“ Eine Wiederaufnahme des Siegfried am Muziektheater Amsterdam

Der Anfang ist, wie schon bei der Walküre, spektakulär. Es gibt keine Guckkastenbühne und keinen Orchestergraben. Das Orchester ist auf der Bühne platziert, besetzt den halben Bühnenraum und musiziert die ersten Takte des Vorspiels im Dunklen. Aus der Unterbühne taucht ein Wesen auf, das sein Gesicht mit einer Perücke verhüllt: Mime, eine Art Hobbit, der aus der „Erde Tiefe“ heraufsteigt. Spielfläche ist der teils mit Glasbausteinen, teils mit Betongittern überdeckte Orchestergraben sowie die rechte Hinterbühne. Außer ein paar traditionellen Requisiten wie Feuer, Schwert und Amboss, Mimes Bett, auf dem sich Siegfried lümmelt, ein paar Flaschen, aus denen der „garst’ger Zwerg“ seinen Gifttrank mischt, gibt es nichts. Noch minimalistischer geht es im zweiten und dritten Aufzug zu. Der „Waldvogel“ turnt am oberen linken Bühnenrand in einem schlauchartigen Käfig herum, und ein Knabensopran singt und spielt das „liebe Vöglein“. Einen Walküre-Felsen gibt es nicht. Die schlafende Walküre wird auf einer Art Klinikbett hereingefahren.

Wie schon in der Walküre will die Regie (Pierre Audi) auch im Siegfried kein Welterklärungsmodell anbieten und verzichtet auf jegliche ideologische Botschaft. Sie erzählt uns mit Anleihen an die Fantasy-Literatur einfach „ein Märchen aus uralten Zeiten“. Ein Märchen, in dem Mime und Alberich als Hobbits erscheinen, Fasolt ein zu Stein gewordener Riese und Wotan ein fernöstlicher Priester ist. Brünnhilde in ihrem langen roten Kleid und mit schwarzem langem Haar ist ein veritable Märchenprinzessin, ein erwachsen gewordenes Schneewittchen, und Siegfried in seinem Wildleder Outfit könnte geradewegs einem Western entsprungen sein. Doch all dies ist gar nicht so wichtig. Mit wenigen Mitteln, ganz auf die Personenregie konzentriert, auf das Spiel der Sängerdarsteller, die geradezu in Tuchfühlung mit den Zuschauern agieren und diese gleichsam in das Geschehen mit einbeziehen, gelingt der Regie faszinierendes Theater.

Im Amsterdamer Muziektheater – und jetzt zitiere ich, was ich zur Walküre geschrieben habe, denn es gilt uneingeschränkt auch für den Siegfried – „wird unter der Leitung von Maestro Hartmut Haenchen so brillant, so phantastisch gesungen und musiziert, das alles übrige sekundär ist, im Wortverstande zur quantité négligeable wird. Ein ungewöhnlich gelungener Wagnerabend, an dem es nichts zu bekrittel gibt. Wenn es sich nicht so abgegriffen und so pathetisch anhörte, könnte man auch sagen: ein rauschhafter Wagnerabend mit einer mehr als herausragenden Besetzung“.
http://zerlinavonfaninal.de · 16. September 2013
Van Der Ring des Nibelungen kan ik maar geen genoeg krijgen. Zeker niet van de Ring van Amsterdam. Zeven keer zag ik de cyclus in het buitenland en drie maal in Amsterdam. Die laatste kan zich meten met de wereldtop. Dat is vooral te danken aan de fantastische regisseur Pierre Audi, die een tijdloze mythe over de eeuwige strijd tussen materiële macht en spirituele liefde op eminente wijze voor het voetlicht weet te brengen. Dat doet hij met abstracte en monumentale toneelbeelden die soms fel verlicht worden door oplaaiend vuur. Zo brengt hij ons in een andere wereld die veraf lijkt te liggen van onze reële wereld maar toch ook zo dichtbij omdat alle conflicten die zich in dat mythische verhaal afspelen herkenbaar zijn in het hier en nu. Een andere gigant is maestro Harmut Haenchen die het Philharmonisch Orkest de fantastische muziek van Wagner laat versmelten met de toneelbeelden en daardoor een eenheid creëert die de toeschouwer tot in het diepst van zijn ziel raakt. Haenchen weet de soms fijnmazige muziek te accentueren zonder ook maar één moment de grote lijnen te veronachtzamen.

Zo zat ik donderdag 12 september 2013 in het Muziektheater weer bij Siegfried. Dit keer met de solisten bijna op schoot en zag daardoor dat het met de personenregie dik in orde was. Vanaf de derde rij ervoer ik hoe knap de acteerprestaties van de solisten waren en wat het aandeel van een goede mimiek daarin is. Vreugde, maar vooral zichtbare teleurstelling bij Mime over een door Wotan georganiseerde quiz is daarvan een aardig voorbeeld. Tenor Wolfgang Ablinger Sperrhacke deed het niet onverdienstelijk maar kon zijn voorganger Graham Clark niet doen vergeten. De hoofdrol Siegfried was dit keer weggelegd voor de Amerikaanse heldentenor Stephen Gould die in 2004 zijn debuut maakte in Bayreuth. Hij blies mij met zijn geweldige volume tijdens het eerste bedrijf bijna van mijn stoel. Zonder enige moeite zong hij de zware partij. Een andere geweldenaar was de Belgische bariton Werner van Mechelen. Hij zette de relatief kleine rol van Alberich met zijn prachtige dictie en acteerprestatie zeer nadrukkelijk op het podium. Zijn dialoog met Wotan was er een om in te lijsten. ....

Maar dan…….Geen Wagner liefhebber die niet uitkijkt naar het liefdesduet in de slotfase tussen Siegfried en Brünnhilde. Terwijl Haenchen zijn orkest naar grote hoogte stuwde, verloste Siegfried Brunnhilde van haar eeuwigdurend lijkende slaap met een langdurige kus. De Amerikaanse sopraan Catherine Nagelstadt, die de Brünnhilderol voor het eerst in Amsterdam zong, verwelkomde meteen de zon (Heil dir Sonne). Daarna ontspon zich het langdurig, schitterende liefdesduet waarin de vrees van Siegfried voor het eerste vrouwelijke wezen dat hij zag werd getransformeerd naar een ontluikende liefde. Beurtelings hadden angst en liefde voor elkaar de overhand. Nagelstadt evenaarde met glans de prestatie van haar partner Gould. Het ovationele applaus na afloop sprak ook vanavond boekdelen. Een uitvoering om niet te vergeten.
Peter Année
http://operabeluisteren.wordpress.com · 16. September 2013
Bestaat er een volmaakte uitvoering van Wagners opera Siegfried? Ja, die bestaat en is momenteel te zien in het Amsterdamse Muziektheater. Siegfried is hier geen Arische held of macho dommekracht, maar een kwetsbare, opgroeiende jongen op zoek naar zijn identiteit. Zijn ontwikkeling is van begin tot eind te horen in het weefsel van orkestrale details dat onder leiding van Hartmut Haenchen direct van het podium het hart van de toeschouwer in stroomt. ...

Ontspoorde discussie
In de regie van Pierre Audi is een hoofdrol weggelegd voor de muziek en de ruimte. Het orkest dat tegen de wijzers van de klok in de vier avonden op het podium draait, zit nu links. De zangers bewegen zich met een maximum aan theatrale zeggingskracht om die kern heen. Decor en licht weerspiegelen de leidmotieven in Wagners partituur: thema’s als goed en kwaad, haat en liefde, maar ook vuur, licht, de ruisende natuur en de strevingen van de personages.

Siegfried, warm en ingetogen gezongen door Stephen Gould, wordt ver van de buitenwereld gehouden. Hij haat Mime die hem zeurderig en quasi opofferend voortdurend dankbaarheid wil afdwingen. Door zijn natuurobservaties voelt hij dat er iets niet klopt. Dieren paren en de jongen lijken op de ouders. De discussie over zijn afkomst ontspoort. En toch kan hij zich niet losmaken. Pas als Mime bekent dat hij niet zijn vader is en dat zijn moeder de bevalling niet heeft overleefd wordt Siegfried zich pijnlijk bewust van zijn eigen kern.

Oplaaiende vlammen
'So starb meine Mutter an mir?' Dirigent Haenchen en het voortreffelijk spelende Nederlands Philharmonisch Orkest zetten even de tijd stil voor Siegfrieds bodemloze verdriet. Maar dan breekt de energie ook los uit het zoekende adoptiekind. In een woeste confrontatie laaien de vlammen hoog op - het publiek op de adventure seats boven het podium moet uitkijken voor verschroeide haren en wenkbrauwen. Terwijl Mime (een hilarische rol van meesterlijk acterende Wolfgang Ablinger-Sperrhacke) het smerigste soepje ooit brouwt smeedt Siegfried het zwaard Nothung. Erfstuk van zijn door Wotan gedode vader. Hiermee gaat hij de draak Fafner doden. Geleid door goede raad kwinkelerend woudvogeltje, de jongenssopraan Jules Serger, vindt hij zijn weg. Eerst naar het drakenhol, dan naar de rots waar hij de slapende Brünnhilde wekt uit haar slaap. Dit witgekuifde wezentje, dat om hem heen fladdert en hem de werkelijke bedoelingen van Mime duidelijk maakt, lijkt symbool te staan voor zijn eigen groei. De vogeltaal verstaan: natuurkennis en zelfkennis blijken identiek. Hier sluit Wagner aan bij de romantische traditie.

De jongen die het vrezen wilde leren
Hoewel het hem heerlijk lijkt om eens echt te griezelen, kent Siegfried geen angst. Een groot voordeel, maar angst vormt wel de laatste schakel in zijn 'menswording'. Op het moment dat hij (na een ongeëvenaard goed gespeelde inleiding van de strijkersgroep) ontdekt dat de slapende geen man is, overvalt de angst hem in een schitterend akkoord. Een vrouw! Is dat even schrikken!

Brünnhilde is net zo bang. Ook zij moet mens worden nadat ze in Die Walküre de eerste stappen had gezet door haar compassie. Wagner heeft de tijd genomen voor de laatste scène. De sopraan Catherina Naglestad zingt Brünnhildes beweging van verwondering, via ontzetting en afweer naar overgave in één vloeiende lijn. Nergens, ook niet in de aan Tristan und Isoldes liefdesduet herinnerende extase, wordt dit moeilijke slot hysterisch of ongeloofwaardig.

Ondergang van de oppergod
Een speciale rol is in dit deel van de Ring weggelegd voor Wotan (Thomas Johannes Meyer). Hij heeft geaccepteerd dat zijn heerschappij voorbij is. Hij is een dolende toeschouwer - Wanderer - van zijn eigen ondergang. Geen van zijn plannen of constructies heeft de vloek van de Ring kunnen tegenhouden, omdat ze allemaal gebaseerd waren op macht. Meyer kan dit met zijn rustige, beschouwende interpretatie goed overbrengen. Ook zijn aanzetten tot goddelijke woede blijven steken in hopeloosheid. Alleen liefde kan de wereld nog redden en alle ogen zijn gevestigd op het jonge paar. Of dat gaat lukken? Net vóór het slotakkoord gaan ze bovenop elkaar liggen: een echte cliffhanger.
Inge Cohen Rohleder
www.8weekly.nl · 16. September 2013
, 4. September 2013

.. Dan volgt het moment waarop de dirigent Hartmut Haenchen de sfeer in het orkest laat omslaan. Zes harpen geven ruim baan aan een nieuwe emotie.
Biëlla Luttmer
De Volkskrant · 04. September 2013
...Ook in het orkest laat Hartmut Haenchen de vlammen soms hoog oplaaien, aar zodra de zangers aan het woord komen, stemt hij het volume van het geconcentreerd spelende Nederlands Philharmonisch Orkest haarfijn af op hun mogelijkheden.
Eddie Vetter
De Telegraaf · 02. September 2013
5 Sterne

Siegfried mit Heldenkraft und sublimes Orchesterspiel

... Orkestraal wordt de Amsterdamse Ring nog steeds rijper. Hartmut Haenchen, een meester in doseren, ging het warm en alert spelende Nederlands Philharmonisch voor in een uitvoering die recht deed aan alle stilistische verschillen; eerst puntig en precies, maar bij Brünnhildes ontwaken transparant en intiem.
Mischa Spel
NRC Handelsblad · 02. September 2013
5 Sterne

Audi's Siegfried is roman en gedicht in één

Het is eigenlijk te gek voor woorden dat de Siegfried van De Nederlandse Opera nog niet is uitverkocht, want dit is een voorstelling die je gezien en gehoord moet hebben. Een enscenering die zich kan meten met de beste uitvoeringen uit New York of Bayreuth.

Bijna was de gehele voorstelling – wegens een overijverige ambtenaar van de arbeidsinspectie – voortijdig gesneuveld. Het ‘vogelnestje’ van waaruit de jongenssopraan Siegfried toezingt werd plotseling afgekeurd en de arbeidsinspectie behield zich het recht voor om de première na het eerste bedrijf alsnog plat te leggen. Via een kort geding verdween die dreiging alsnog van tafel en kon De Nederlandse Opera het nieuwe seizoen openen met het derde deel uit Wagners cyclus Der Ring des Nibelungen. In november volgt het laatste deel (Götterdämmerung) en in januari en februari kan de ware Wagner-junk de hele cyclus nogmaals meemaken binnen het tijdsbestek van een week. Daarna verdwijnt deze enscenering van regisseur Pierre Audi uit de jaren negentig van het toneel.

Maar niet uit de herinnering, want het monumentale en abstracte toneelbeeld en de fenomenaal uitgevoerde muziek nemen de toeschouwer vijf uur lang mee in een wereld die niemand onberoerd laat. Audi’s Ring – en dus ook Siegfried – is eigentijds, maar blijft evengoed dicht bij de mythe. Er wordt op spectaculaire wijze gebruik gemaakt van licht, vuur en ruimte. Ondanks dat is Audi’s Siegfried toch een intieme voorstelling met ruimte voor de individuele zielenroerselen van de personages. Het is een gedicht en een roman in één.

Deze Siegfried wordt gedragen door slechts een handjevol zangers, des te belangrijker de kwaliteit. En die ontbrak niet. Stephen Gould triomfeerde vijf uur lang als Siegfried, Thomas Johannes Mayer bleek een zoetgevooisde Wanderer en even luisterrijk waren de stemmen van Werner van Mechelen (Alberich) en Wolfgang Ablinger-Sperrhacke (Mime). Voeg daarbij de ‘olympische’ prestaties van het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Hartmut Haenchen en je hebt een Siegfried om nooit meer te vergeten.
Oszwin Schneeweiz
www.theaterkrant.nl · 02. September 2013
... Met Catherine Naglestadt en met het onder dirigent Hartmut Haenchen gloeiend opklinkende Nederlands Philharmonisch Orkest, ontstaat een erotisch hoogtepunt.
Hans VIsser
Noord Hollands Dagblad · 02. September 2013