Opern

Het Parool, 06. Februar 2014
Der Ring des Nibelungen' is veertien uur durend operawonder
Bij de 'Ring' van Pierre Audi en Hartmut Haenchen is van irritaties nauwelijks sprake. Audi en Haenchen hebben niets minder dan een wonder verricht.

DER RING DES NIBELUNGEN
Ons oordeel:
Allereerst: een opvoering van Wagners Der Ring des Nibelungen die vijf sterren krijgt, is er alleen in dromen.

Bij een stuk dat uit vier complexe opera's bestaat, samen goed voor bijna veertien uur aan muziek als de dirigent Haenchen heet (of ruim vijftien, als hij de naam Furt­wäng­ler, Knappertsbusch of Levine draagt), is er altijd wel íets dat de feestvreugde tempert.

Een halfbakken of doorgeslagen scenisch concept bijvoorbeeld, een zanger met de hik, of erger: een nietszeggende dirigent.

Levensecht vuur
Bij de Ring van Pierre Audi en Hartmut Haenchen, die deze maand voor de allerlaatste keer in het Muziektheater is te horen en te zien, en waarvan de eerste integrale cyclus gisteravond eindigde met een schroeiende opvoering van Götterdämmerung, is van irritaties nauwelijks sprake. Audi en Haenchen hebben niets minder dan een wonder verricht.

En dat schroeiende mag men letterlijk nemen. In elk van de vier Ring-delen laait in de laatste akte levensecht vuur op, een coup de théâtre die zijn uitwerking niet mist, elke keer weer. En in Götterdämmerung fakkelt de ganse wereld af, want, pepert Wagner de toehoorders al sinds 1876 in, wat heb je aan een God en een schepping die je niet kunt vertrouwen?

Geen zwakke plek
In Das Rheingold, de Vorabend van de Ring, kondigt vuurgod Loge het allesverterende slot al aan. Het echte gelazer moet dan feitelijk nog beginnen, in Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung. Bij Haenchen en Audi is Das Rheingold de enige vijfsterrenavond van de vier. Sinds de eerste première in 1998 is de cast geheel herzien. Er zit geen zwakke plek meer in. Wel wordt het aangeboren scherzando van Graham Clark in de rol van Mime gemist, maar Wolfgang Ablinger-Sperrhacke is een adequate vervanger. Glansrollen zijn er voor Marina Prudenskaja als de vervoerendste Erda die men zich kan voorstellen, voor Thomas Johannes Mayer als een hier grootse Wotan (in Die Walküre schiet hij in het lage register wat tekort) en niet te vergeten voor Stefan Margita als de immer superieur grijnslachende Loge.

Sprookjesachtige enscenering
Die Walküre is de triomf van Catherine Naglestad als een fraaie Sieglinde en Doris Soffel als een heerlijk feekserige Fricka, de echtgenote van Wotan die haar gemaal volkomen klem praat en de vernedering en verschrompeling van de oppergod in gang zet. Die Walküre toont ook de grote kracht van deze Ring: Audi laat in de grootschalige, maar toch sobere decors van George Tsypin met een sprookjesachtige en de verbeelding prikkelende enscenering alle ruimte voor de muziek, die daardoor volledig kan opbloeien. Dat gebeurt vooral ook in de orkestbak, waar de grootste sterren van deze Ring zitten. De onvermoeibare musici van het Nederlands Philharmonisch onderstrepen vier avonden lang met grandioos spel dat Haenchen zich sinds 1998 heeft ontwikkeld tot de interessantste Wagnerdirigent van onze tijd.

Men kan niet alles hebben
In Siegfried wordt de show gestolen door de Wald­vogel, en andermaal door Prudenskaja als Erda. Erg goed is ook Ablinger-Sperrhacke als Mime. Stig Andersen is een manmoedige, maar moeizame Siegfried. In Götterdämmerung zingt hij beter, maar hij steekt bleek af tegen Kurt Rydl als Hagen en vooral tegen de vocaal ruim bemeten Catherine Foster als Brünnhilde, die tot op het allerlaatst die grote toon over het orkest heen blijft tillen. Ze klinkt wat kil, maar dat deed Birgit Nilsson ook, en men kan niet alles hebben. In Götterdämmerung (Siegfrieds treurmuziek!) beleeft Haenchen zijn finest hour. Terecht kreeg hij met Audi aan het slot het grootste applaus. Nog één cyclus en dan is het voorgoed voorbij. Gelukkig hebben we de foto's nog. En de cd's en dvd's.