Haenchens Vierde Bruckner
indrukwekkend bij Nederlands Philharmonisch Orkest
"
Gedreven en gedecideerd"
"Die directe, bijna rauwe aanpak werkte in ieder geval prima, en het publiek dat zich opmaakte voor een ‘stevige’ Bruckner werd niet teleurgesteld. Haenchen, toch ook alweer 81, nam duidelijk meer leiding en dirigeerde gedreven en gedecideerd. Het orkest reageerde direct, waardoor
een echte Bruckner-klank ontstond...
Een sterk, zuiver, stralend en homogeen koper bracht de kracht die het stuk nodig heeft, hout en strijkers waren zeer op dreef en steeds alert op de prachtige en grote dynamische verschillen die Haenchen aanbracht. Het tweede deel, breed uitgesponnen, ‘zoemde’ heerlijk en was mooi van sfeer en opbouw, en het derde deel klonk als een echte jachtpartij die nergens verveelt, met veel zichtbaar speelplezier in het orkest. Ook hier gaf Haenchen het orkest alle vertrouwen,
stuurde steeds maar dwong nooit, op de achtergrond steeds die ijzeren overtuiging van iemand die de partituur, en alle versies en varianten ervan, op zijn duimpje kent en zelf van talloze extra speelaanwijzingen heeft voorzien. Haenchen ontrafelt de structuur van de stukken feilloos en bouwt ze op waar nodig, de vormdelen vaak duidelijk afgebakend door betekenisvolle pauzen en het orkest origineel gepositioneerd, met twee groepen contrabassen van elk 4 spelers aan weerszijden, om zodoende een nog diepere, ademende klank te bereiken. Hij was niet voor niets ooit zanger!
Een gedenkwaardige Bruckner van een echte maestro.
Peter Schlamilch
Ganze Rezension