De liederen werden afgewisseld met orkestgedeelten uit de balletmuziek voor Rosamunde.
Je hoorde er het meesterschap van Haenchen aan af. Hij hield op een wonderlijke manier de instrumentengroepen in balans. Dat begon gelijk goed in het Tweede ballet, omdat Haenchen fraaie accenten uitdeelde aan de celli, die schitterend mengden met de violen. In de Derde entr’acte viel de vloeiende beweging in het weemoedige thema op, waarin de blazers zich voor even losweekten van de strijkers. De dirigent hield dat perfect in evenwicht zodat het orkest de muziek precies kon geven wat nodig was.
Hugo Jager
Ganze Rezension