NRC Handelsblad, 11. Juni 2001
Intieme Mahler van Haenchen
Een spectaculaire uitvoering van Mahlers Zesde symfonie was zaterdag de op drie na laatste schakel in de driejarige Mahler-cyclus die Hartmut Haenchen als chef-dirigent bij het Nederlands Philharmonisch Orkest dirigeert. In oktober leidt Haenchen de Zevende symfonie, in mei 2002 de Negende, in september 2002 nog gevolgd door de massale Achtste symfonie, als het budget het tenminste toelaat.
De politiek mag Haenchens inspanningen voor het orkest niet belonen, het publiek doet dat wèl. Het omarmde hem zaterdag met een voor Nederlandse begrippen zeldzaam uitbundige en langdurige ovatie, die Haenchen als een levende legende met gespreide armen aanvaardde.
Met zijn klassieke vorm, grote bezetting en tragische lading is de Zesde symfonie orkestraal een van de overrompelendste symfonieën die Mahler componeerde. ,,Niet één van zijn werken kwam zo direct uit het diepst van zijn hart als de Zesde symfonie'', vond Alma Mahler. ,,We huilden samen op de dag dat het werk gereedkwam.'' De mix van een strenge vorm en een tragisch-uitbundige, persoonlijke inhoud, inspireerde Hartmut Haenchen tot een uitvoering zo levendig, doordacht en doorvoeld, dat hij al aan het begin van het Scherzo het zweet van zijn gezicht moest deppen.
Haenchen koos voor een aanpak van de Zesde die zowel muzikaal frappeerde als inhoudelijk overdonderde. In de vorm benaderde hij de symfonie geserreerd. Geen climax kwam te vroeg, geen moment van tragiek werd nodeloos tranentrekkend opgeblazen. Wél hield Haenchen de vele martiale passages in de Zesde strak beteugeld in handen, en ging hij het precies, energiek en bewogen spelende orkest in het eerste en laatste deel voor in de strijdvaardige spreidstand van eenwagenmenner.
Inhoudelijk klonk Haenchens visie in de eerste en laatste plaats overdonderend persoonlijk. Als er na zes symfonieën en uitvoeringen van Das Klagende Lied een gemene deler uit Haenchens Mahler-vertolkingen kan worden geabstraheerd, schuilt die in de betrokkenheid en eigenheid van zijn interpretaties, die wordt weerspiegeld in de zelfgeschreven serie `fictieve brieven' van componist aan dirigent. Haenchen identificeert zich met Mahler, en daardoor is zeker de keeltoesnoerend pessimistische Zesde onder zijn leiding een intiem statement, waarin de vertellende waarde van elke noot binnen zijn context volledig wordt uitgespeeld.
De strijd die klinkt in de Zesde, wordt uiteindelijk met twee beukende hamerslagen in het nadeel van de held beslecht. Na het spookachtig gracieus gespeelde Scherzo en het van aardse liefde vibrerende Andante, hield Haenchen de spanning in de Finale tot en met de laatste maat vast. Wie de lijn Mahler-Haenchen romantiserend tot het uiterste doortrok, hoorde in de overwinning van het noodlot een echo van de onverdiende politieke `nederlaag' van Haenchen zelf &endash; ook al heeft Haenchen zelf met zulke hinein-interpretaties weinig op. Zijn Mahler-cyclus zal te zijner tijd als cd-box verschijnen. Maar voor het Nederlands muziekleven in het algemeen en het Nederlands Philharmonisch Orkest in het bijzonder is dat een uiterst schrale troost.
Mischa Spel
(...) Das Publikum umarmte Haenchen mit für niederländische Verhältnisse außergewöhnlich stürmischen und langen Ovationen, die Haenchen wie eine lebende Legende mit ausgebreiteten Armen entgegennahm (...)
Haenchen wählte eine Konzeption für die Sechste, die sowohl musikalisch frappierte als inhaltlich überwältigte. In der Form nähert er sich der Sinfonie überlegen. Keine Klimax kam zu früh, kein Moment der Tragik wird unnötig tränenheischend aufgeblasen (...) Inhaltlich klang Haenchens Vision überwältigend persönlich (...) Haenchen indentifiziert sich mit Mahler und dadurch ist sicher die die Kehle zuschnürende pessemistische Sechste unter seiner Leitung ein sehr intimes Statement worin der erzählende Wert jeder Note in ihrem Kontext vollständig ausgespielt wird.
Mischa Spel