Sinfoniekonzerte

Tovertuin wordt lusthof voor bondageliefhebbers
"Arme Hartmut Haenchen. Hij kent het stuk als zijn broekzak, hielp Parsifal in de DDR aan z'n scenische première en vierde Wagnertriomfen in Amsterdam. Nu moet hij het zien te rooien met een Italiaans team dat zich aan zijn eerste opera vertilt. Zangers zijn zetstukken in Castellucci's verkenningen, die zich lijken toe te spitsen op twee observaties: in de massa voelt de mens zich eenzaam en het wereldraadsel cirkelt rond het geslacht van de vrouw. De actrice die het wijdbeens kwam illustreren, ving extra applaus. Wie de ogen sloot, hoorde een Muntorkest waarin de malaise bij vlagen toesloeg in ongelijke en haperende blazers. Toen Castellucci zich in de lange verleidingsscène tussen Kundry en Parsifal even gedeisd hield, greep Hartmut Haenchen z'n kans. Rond de langste kus uit de operahistorie pakte hij uit met zinderende halftinten."
Guido van Oorschot

Daß der Parsifal der Niederländischen Oper diesmal einen noch stärkeren Eindruck machte, als vor drei Jahren, liegt vor allem an der Verbesserung der musikalischen
Seite. Auffallende Leistungen liefert die Niederländische Philharmonie, die ihre Dienste unter Leitung von Hartmut Haenchen noch intensiver und homogener erfüllt, als bei ihrem Parsifal-Debut vor drei Jahren. Haenchen schattiert die Tempi und Dynamik auf eine raffinierte, sowohl mit der Partitur als mit Grübers Bildern übereinstimmende Manier, von zurückhaltend und ungezwungen bis königlich und aufpeitschend.

Die Premierenbesucher im Amsterdamer Musiktheater bedachten Hartmut Haenchen mit stürmischem Beifall. (...) Es sind die Noten, die den Abstand überbrücken müssen und das gelingt dank der Subtilität, mit der Haenchen die Aufgabe musikalisch löst. (...) die schönen dynamischen Konturen und die Pastelltöne, die Haenchen mit Chor, Orchester und Solisten in aller Ruhe aus der Partitur hervorbrachte.