Interview index (all)

05. October 2022 · PZN-Magazin

Wat dirigent Hartmut Haenchen betreft hoeft Richard Wagner niet ‘gecanceld’ te worden. ‘Als we alleen maar kunstenaars accepteren die een onberispelijk leven hebben geleid, dan wordt de wereld wel erg klein.’ door Emile Hollman

Prof. dr. Hartmut Haenchen (Dresden, 1943) grossiert in prijzen, titels en plaatopnames. Hij dirigeerde in alle belangrijke concertzalen ter wereld en was muzikaal directeur van De Nederlandse Opera en chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Hij naturaliseerde zich tot Nederlander maar woont inmiddels weer in Dresden. Zijn liefde geldt vooral het Duitse symfonische (Wagner ist nicht unbedingt sinfonisches Repetoire – einfach symfonisch weglassen?) repertoire en met name Wagner die hij in oktober met philharmonie zuidnederland zal brengen.   

Toen Puccini voor het eerst Tristan & Isolde hoorde, verzuchtte hij: ‘Hiermee vergeleken zijn wij een armetierige bende van dilettanten en mandolinetingelaars’. Toch geldt Wagner als hardcore opera en niet alleen vanwege de duur van zijn werken. Wat moet je eigenlijk weten als je hem gaat beluisteren? ‘Helemaal niets’, zegt Haenchen. ‘Je moet je hart openen en luisteren. Als je het mooi vindt, dan leidt de volgende stap naar verdieping.’

Toch kun je nauwelijks om het extravagante leven van Wagner heen. ‘We moeten hem in de tijd zien als we het over zijn antisemitisme hebben. Het was modieus en chique; ik zeg dat nu héél boos, maar het was zo. Aan de andere kant: hij heeft altijd joodse mensen om zich heen gehad. ‘Ik voel me als in een synagoge’, riep hij eens

in villa Wahnfried in Bayreuth. Hij werkte graag samen met die mensen maar wees ze ook weer af. Wagner had ook altijd geldproblemen en opeens wordt de man die tegen koningen en alle gezag was, een grote vriend van Ludwig II. Had hij dat niet gedaan dan had Bayreuth niet bestaan maar ook sommige grote werken niet. Dus wat willen we? Iemand die strikt en onveranderlijk is in zijn houding liever dan zijn enorme creativiteit? We moeten dit niet goedpraten, maar proberen de omstandigheden te zien.’

 

Hij (Haenchen?)ontketende ‘een revolutie’ met de Meistersinger. ‘Dat kon niet. Het stuk was na de oorlog in Nederland nog nooit uitgevoerd, ik was de eerste. Ik heb toen veel interviews gegeven om duidelijk te maken dat Wagner het heeft over het Deutsche Reich dat toen niet bestond. Hij wilde een Duitsland dat er niet was. En zijn utopie is niet Hitlers utopie. Dat heeft niks met elkaar te maken en wordt altijd uit een historisch verband gerukt. Ik vecht er voor om het op de juiste plek neer te leggen en dan te oordelen. Geen halve waarheden. In de teksten en personages van Wagner wordt antisemitisme geclaimd maar niemand heeft mij dat kunnen bewijzen.’

 

Wat vergt Wagner van musici? ‘Hij heeft ze in zijn tijd aan de grens van hun mogelijkheden gebracht. En dat heeft hem niet alleen vrienden opgeleverd. Maar kijk naar Bayreuth, daar betalen ze tot op de dag van vandaag dirigent, solisten, orkest en koor slechter dan waar ook en toch willen musici daar spelen. Ook al is het vreselijk vermoeiend voor iedereen. Ook in Amsterdam waren destijds orkestmusici die tegen Wagner waren. Sommigen weigerden te spelen of namen vakantie toen ik aankondigde (das war nschon bei Parsifaö, den Ring haben sie dann gespielt. Vielleicht nur “aankondigde Wagner te doen” ?) om de Ring des Nibelungen (negen uur) te doen. Maar uiteindelijk hebben ze allemaal meegespeeld. En waren dolblij en dankbaar voor het geduld dat ik met ze heb gehad. Ik heb ze vooral gevraagd open te zijn, niet dat ze niet kritisch mochten zijn, daar gaat het niet om.’

In een documentaire die de NPO maakte over Haenchen vertelt hij over beelden die hij als 2-jarige oppikte in de straten van het gebombardeerde Dresden en die hij terugzag in de muziek van Sjostakovitsj. Welke beelden krijgt hij op het netvlies bij Wagner?

‘Wagner hoorde in kleuren. Net als Aleksandr Skrajabin. Ik heb nu alle tien de Wagner-opera’s gedaan, behalve Das Liebesverbot, (das ist vor den den 10 anderen, einfach weglassen?) daardoor ben ik daar heel dichtbij gekomen en zie ik ook kleuren. Ik weet niet of het Wagners kleuren zijn maar het zijn kleuren die bij mij terug komen.’

Zijn Tristan (Vorspiel und Liebestod) en Die Walkure 1. Akt een goede introductie voor Wagner? ‘Absoluut. De eerste akte Walkure is een verhaal dat op zichzelf staat. Daarom is het ook mogelijk om dat separaat als concert te spelen. Het is een liefdesverhaal dat eindigt in een happy end – ha ha, we vertellen niet wat later nog komt.  We missen natuurlijk het toneel, maar het is muzikaal zo dramatisch, zo duidelijk en compact dat het een hele goede introductie is. En er zijn mensen die Tristans Vorspiel und Liebestod voldoende Wagner vinden. In twintig minuten hoor je alles wat er in die opera gebeurt.’

Hartmut Haenchen zegt dat zijn verblijf in Nederland een ander mens van hem heeft gemaakt. ‘Ik ben veel minder stijf; er zijn mensen die me nog steeds stijf vinden hoor maar die weten niet hoe ik daarvoor was’ lacht hij. ‘De Nederlandse praatcultuur is soms heel lastig en die heb ik ook wel eens vervloekt maar het helpt om permanent in contact te blijven en dat heeft ook mijn manier van samenwerken met mensen veranderd. Nederland heeft jammer genoeg niet meer zo veel orkesten; toen ik kwam waren het er 21, nu zijn het er nog acht. Dat is schrikwekkend, maar de orkesten die er nog zijn bevinden zich allen op een verbazingwekkend hoog niveau.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat dirigent Hartmut Haenchen betreft hoeft Richard Wagner niet ‘gecanceld’ te worden. ‘Als we alleen maar kunstenaars accepteren die een onberispelijk leven hebben geleid, dan wordt de wereld wel erg klein.’ door Emile Hollman

 

Prof. dr. Hartmut Haenchen (Dresden, 1943) grossiert in prijzen, titels en plaatopnames. Hij dirigeerde in alle belangrijke concertzalen ter wereld en was muzikaal directeur van De Nederlandse Opera en chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Hij naturaliseerde zich tot Nederlander maar woont inmiddels weer in Dresden. Zijn liefde geldt vooral het Duitse symfonische (Wagner ist nicht unbedingt sinfonisches Repetoire – einfach symfonisch weglassen?) repertoire en met name Wagner die hij in oktober met philharmonie zuidnederland zal brengen.   

 

Toen Puccini voor het eerst Tristan & Isolde hoorde, verzuchtte hij: ‘Hiermee vergeleken zijn wij een armetierige bende van dilettanten en mandolinetingelaars’. Toch geldt Wagner als hardcore opera en niet alleen vanwege de duur van zijn werken. Wat moet je eigenlijk weten als je hem gaat beluisteren? ‘Helemaal niets’, zegt Haenchen. ‘Je moet je hart openen en luisteren. Als je het mooi vindt, dan leidt de volgende stap naar verdieping.’

 

Toch kun je nauwelijks om het extravagante leven van Wagner heen. ‘We moeten hem in de tijd zien als we het over zijn antisemitisme hebben. Het was modieus en chique; ik zeg dat nu héél boos, maar het was zo. Aan de andere kant: hij heeft altijd joodse mensen om zich heen gehad. ‘Ik voel me als in een synagoge’, riep hij eens

in villa Wahnfried in Bayreuth. Hij werkte graag samen met die mensen maar wees ze ook weer af. Wagner had ook altijd geldproblemen en opeens wordt de man die tegen koningen en alle gezag was, een grote vriend van Ludwig II. Had hij dat niet gedaan dan had Bayreuth niet bestaan maar ook sommige grote werken niet. Dus wat willen we? Iemand die strikt en onveranderlijk is in zijn houding liever dan zijn enorme creativiteit? We moeten dit niet goedpraten, maar proberen de omstandigheden te zien.’

 

Hij (Haenchen?)ontketende ‘een revolutie’ met de Meistersinger. ‘Dat kon niet. Het stuk was na de oorlog in Nederland nog nooit uitgevoerd, ik was de eerste. Ik heb toen veel interviews gegeven om duidelijk te maken dat Wagner het heeft over het Deutsche Reich dat toen niet bestond. Hij wilde een Duitsland dat er niet was. En zijn utopie is niet Hitlers utopie. Dat heeft niks met elkaar te maken en wordt altijd uit een historisch verband gerukt. Ik vecht er voor om het op de juiste plek neer te leggen en dan te oordelen. Geen halve waarheden. In de teksten en personages van Wagner wordt antisemitisme geclaimd maar niemand heeft mij dat kunnen bewijzen.’

 

Wat vergt Wagner van musici? ‘Hij heeft ze in zijn tijd aan de grens van hun mogelijkheden gebracht. En dat heeft hem niet alleen vrienden opgeleverd. Maar kijk naar Bayreuth, daar betalen ze tot op de dag van vandaag dirigent, solisten, orkest en koor slechter dan waar ook en toch willen musici daar spelen. Ook al is het vreselijk vermoeiend voor iedereen. Ook in Amsterdam waren destijds orkestmusici die tegen Wagner waren. Sommigen weigerden te spelen of namen vakantie toen ik aankondigde (das war nschon bei Parsifaö, den Ring haben sie dann gespielt. Vielleicht nur “aankondigde Wagner te doen” ?) om de Ring des Nibelungen (negen uur) te doen. Maar uiteindelijk hebben ze allemaal meegespeeld. En waren dolblij en dankbaar voor het geduld dat ik met ze heb gehad. Ik heb ze vooral gevraagd open te zijn, niet dat ze niet kritisch mochten zijn, daar gaat het niet om.’

 

In een documentaire die de NPO maakte over Haenchen vertelt hij over beelden

die hij als 2-jarige oppikte in de straten van het gebombardeerde Dresden en die hij terugzag in de muziek van Sjostakovitsj. Welke beelden krijgt hij op het netvlies bij Wagner?

 

‘Wagner hoorde in kleuren. Net als Aleksandr Skrajabin. Ik heb nu alle tien de Wagner-opera’s gedaan, behalve Das Liebesverbot, (das ist vor den den 10 anderen, einfach weglassen?) daardoor ben ik daar heel dichtbij gekomen en zie ik ook kleuren. Ik weet niet of het Wagners kleuren zijn maar het zijn kleuren die bij mij terug komen.’

 

Zijn Tristan (Vorspiel und Liebestod) en Die Walkure 1. Akt een goede introductie voor Wagner? ‘Absoluut. De eerste akte Walkure is een verhaal dat op zichzelf staat. Daarom is het ook mogelijk om dat separaat als concert te spelen. Het is een liefdesverhaal dat eindigt in een happy end – ha ha, we vertellen niet wat later nog komt.  We missen natuurlijk het toneel, maar het is muzikaal zo dramatisch, zo duidelijk en compact dat het een hele goede introductie is. En er zijn mensen die Tristans Vorspiel und Liebestod voldoende Wagner vinden. In twintig minuten hoor je alles wat er in die opera gebeurt.’

 

Hartmut Haenchen zegt dat zijn verblijf in Nederland een ander mens van hem heeft gemaakt. ‘Ik ben veel minder stijf; er zijn mensen die me nog steeds stijf vinden hoor maar die weten niet hoe ik daarvoor was’ lacht hij. ‘De Nederlandse praatcultuur is soms heel lastig en die heb ik ook wel eens vervloekt maar het helpt om permanent in contact te blijven en dat heeft ook mijn manier van samenwerken met mensen veranderd. Nederland heeft jammer genoeg niet meer zo veel orkesten; toen ik kwam waren het er 21, nu zijn het er nog acht. Dat is schrikwekkend, maar de orkesten die er nog zijn bevinden zich allen op een verbazingwekkend hoog niveau.’