Interview index (all)

16. March 2023 · Trouw

Dirigent Hartmut Haenchen, een groot vakman die geen fouten duldt

Hartmut Haenchen wordt 80 jaar. Hij viert dat maandag met zijn 800ste concert met het Nederlands Philharmonisch Orkest, waarvan hij zestien jaar chef was. Het orkest benoemt hem die avond vanwege zijn grote verdiensten tot ere-dirigent. Vier nauw betrokkenen vertellen over Haenchens waarde voor de Nederlandse muziekwereld.

Léon Bosch, soloklarinettist van het NedPhO

“Ik heb Hartmut Haenchen vanaf het allereerste moment meegemaakt. Hij is altijd een enorm werkpaard geweest met een ongelofelijke energie. Heel minutieus ook. Hij zette de puntjes op de i door de partijen van musici heel exact te betekenen. Bij de strijkers noteerde hij precies wanneer ze mét of zónder vibrato moesten spelen. Elk puntje, elk streepje moest kloppen met zijn eigen partituur. Op zich een goed uitgangspunt, dat toch bij menig orkestlid een lachje tevoorschijn toverde.

“Hartmut wekte de indruk iets wantrouwig te zijn, misschien door zijn herkomst. Hij kwam uit de DDR, waar zelfs naaste familieleden hem bespioneerd bleken te hebben. Dat kwam pas vele jaren later aan het licht. Zijn sociale omgang met de musici was in het begin misschien een beetje gereserveerd. Maar het kan ook zijn dat hij opzettelijk op afstand bleef, zodat hij als chef van het orkest zijn respect kon behouden.

“Controle, controle, dat was altijd zijn devies. Hij moest zeker weten dat alles klopte, zodat er op het concert geen kleine vergissingen zouden zijn. Hartmut Haenchen was altijd zeer nauwgezet. De laatste jaren, als gastdirigent, is hij iets soepeler ­geworden. Als dingen op de repetitie niet 

100 procent lukken, heeft hij inmiddels genoeg vertrouwen om te denken: het komt op het concert wel goed. Hij is meer ontspannen en geniet zichtbaar, dat is fijn.

“Muzikaal let hij zowel op de lange lijnen als op de details. Hij blijft opvallend trouw aan de partituur. Als we een urenlange opera speelden, een paar avonden achter elkaar, zat er vaak maar een paar minuten speling in de uitvoeringstijd. Ongelofelijk dat iemand met zo’n precisie aanvoelt hoe tempi moeten lopen.

“Alles is bij Hartmut zeer goed doordacht, niet in de eerste plaats intuïtief. Zelf speel ik iets meer intuïtief; het kan per avond verschillen, ik volg mijn gevoel. Maar uiteindelijk doe je natuurlijk wat de dirigent wil die voor het orkest staat.

“Ik vind hem fantastisch in het laat-­romantische repertoire: Wagner-opera’s, symfonieën van Bruckner en Mahler. Smullen, heerlijk om daar met hem aan te werken. Persoonlijk heb ik trouwens veel aan hem te danken. Hij gunde mij in 1989 de rol van soloklarinet.

“Het is misschien wat laat om hem nu, twintig jaar na zijn chefschap, te benoemen tot ere-dirigent. Toch ben ik blij dat het orkest die stap heeft gezet, want zonder hem zouden we bij lange na niet op ons huidige niveau zijn geweest. Hij stond destijds voor de taak om drie orkesten samen te voegen en er een groot prachtig orkest van te maken. Dat is hem gelukt. Hij staat echt aan de basis van ons huidige succes.”

 

Pierre Audi, werkte als artistiek directeur van De Nationale Opera lang met Haenchen samen

“Ik ben blij dat ik veertien jaar met Hartmut heb kunnen samenwerken. Ik ontdekte al snel dat je hem moest laten vliegen, dat hij dan grootse dingen kon doen. Ja, ik geloofde erin om hem te laten vliegen. En hij vloog.

“De eerste kennismaking eind jaren tachtig verliep ongemakkelijk. Hartmut was gespannen. Daar was ik ineens, de nieuwe artistiek directeur van De Nationale Opera die niemand kende. Een autodidact tegenover iemand die Duits-gedegen was opgeleid. Hij heeft toen waarschijnlijk gedacht: daar gaan we weer, opnieuw een stompzinnige beslissing van De Nationale Opera. Voor hem was ik een nieuw ingrediënt in de toch al troebele soep.

“De eerste jaren waren moeilijk. Dat veranderde op het moment dat ik hem voorstelde aan regisseur Klaus Michael Grüber, die bij ons Wagners Parsifal kwam regisseren. Ik was best nerveus, want Grüber was een vreemde man, dronk behoorlijk en zo. Zou hij wel bij iemand als Haenchen passen? Het kon uitmonden in een enorme botsing, óf in diep begrip voor elkaar. Dat laatste gebeurde gelukkig. Haenchen en Grüber voelden elkaar direct aan, en hun productie werd een groot succes, is vaak herhaald en heeft het ook internationaal goed gedaan.

“Dat specifieke seizoen begon in 1990 met Parsifal dus erg goed, maar het eindigde met een grote flop. Ik had Frans Brüggen gevraagd om Mozarts Idomeneo te komen dirigeren. Haenchen was heel nadrukkelijk bij de repetities aanwezig, omdat hij vond dat ik met de keuze voor Brüggen een vergissing had gemaakt. Daar had hij achteraf gezien gelijk in. Het project mislukte gran­dioos. Na het zoet kwam dus het zuur, maar als artistiek directeur moet je dergelijke ­risico’s durven nemen. Zonder mislukkingen geen succes. Ik moest fouten kunnen maken, maar Hartmut dacht daar heel anders over. Falen dat kon niet bij hem, dat was VERBOTEN met hoofdletters.

“Het lot heeft ons uiteindelijk heel dicht bij elkaar gebracht. Na het succes van Parsifal nodigden we Grüber uit om Wagners Der Ring des Nibelungen te komen regisseren. Maar Grüber was notoir langzaam, en we moesten uiteindelijk knopen doorhakken. En toen zei Haenchen dat ik de regie moest doen. Het noodlot bracht ons samen voor dat immense project. Wat tot een nucleaire clash had kunnen leiden, mondde uit in een fantastische vriendschap. Ik ben hem daar zo dankbaar voor.

“Het was een geweldige reis samen. En het lot bleek sterker dan we konden voorzien, want toen zowel Edo de Waart als Ingo Metzmacher afzegde als dirigent voor de respectievelijke reprises van de Ring, en ik Hartmut twee keer moest vragen om opnieuw de leiding te nemen, zegde hij direct toe. Beide keren zonder enige aarzeling. Hij heeft dus vijftien jaar lang onze Ring muzikaal in handen gehad. Dat moest zo zijn. Haenchen begreep Wagners cyclus zo goed, elke minuut ervan. En hij legde steeds perfect de relatie met de tekst. Die Ring met hem was steeds een groot feest.

“Fantastisch nieuws dat het orkest hem nu deze titel geeft. Waar we vandaan komen, onze historie, dat moeten we koesteren. De erfenis van Haenchen is van onschatbare waarde voor orkest en opera. Bij de allerlaatste reprise van Götterdämmerung omhelsden we elkaar tijdens het slotapplaus, en heb ik hem de ring, het opvallende rekwisiet uit de productie, cadeau gedaan. Die ring behoorde hem toe. Met die geste wilde ik hem en het publiek laten weten hoe krachtig het lot kan uitpakken. Toen jaren later onze gefilmde Ring-productie in zijn totaliteit in de bioscoop te zien was, hebben Hartmut en ik naast elkaar gezeten om ons product in het Amsterdamse Ketelhuis nog eens een keer te zien. Alle vijftien uren. En het was goed.”

Anne-Christin Erbe, persoonlijk assistent van Haenchen van 1995 tot 2000, nu Hoofd Development Koninklijk Concertgebouworkest

“Ik kwam in 1995 een paar dagen in de week werken bij Haenchen. Als zijn persoonlijk assistente. Ik kwam uit Duitsland, woonde al vijf jaar in Nederland en studeerde nog musicologie in Amsterdam. Het was mijn eerste baan. Een fantastische leerschool. Ik hield personeelsdossiers van de musici bij, overzag engagementen en regelde zijn buitenlandse reizen.

“Haenchen had kantoor aan huis, in de Chopinstraat. Hij was toen al een jaar of tien chef in Amsterdam, en ik ontmoette een enorm georganiseerde man. Hij had een archief van jewelste. Daar zaten onder andere aantekeningen over zangers in die hij ooit gehoord had of die auditie bij de opera hadden gedaan. Haenchen hield alles bij. Waar en wanneer iemand had opgetreden, hoe iemand had gezongen, welk repertoire. Na een voorstelling schreef hij soms hele epistels voor zangers die aan een operaproductie van hem meededen. Daar stond dan in wat er niet helemaal goed was gegaan, en hoe het de volgende avond beter zou kunnen. Een enorme vakman was en is hij.

“Ik had een vriendschappelijke band met hem, en ook met zijn vrouw en dochter. We hebben echt veel lol gehad, ook al zoek je dat misschien niet meteen achter hem. Maar vanwege dat vakmanschap was hij ook een veeleisende man. Je maakte nooit zómaar fouten, het waren wat hij noemde: ­fatale Fehler. Hele erge fouten dus. Dat was best pittig.

“Iemand die uit de DDR komt, heeft bagage. Dat heb ik altijd gevoeld. Hij was ontzettend streng voor zichzelf, en dus ook voor anderen. Als hij streng was voor musici, dan vond hij oprecht dat ze beter konden. Hij heeft het NedPhO op een hoger niveau gebracht, en dat lukt alleen als je mensen op hun fouten wijst. Je kunt je afvragen of het didactisch gezien altijd de juiste route was. Maar als iets in zijn ogen wél goed was gegaan, dan was hij zichtbaar enorm blij en kon hij enorm complimenteus zijn. Dat was de andere kant.

“Hij heeft het denk ik wel zwaar gehad. Het NedPhO was een fusie-orkest en er zaten nog musici in die gewoon echt niet wilden meegaan in dat verbeteren. Het getuigt van grote klasse dat hij het beter kreeg. De welwillende musici zagen dat hij er zelf zo hard voor ging, dat motiveerde hen.

“In zijn kritiek zat een zeker fanatisme. Hij móest het zeggen! Eerlijk zijn. Als er een dialoog uit voortkwam was het heel interessant. Hij was ook een soort van musicoloog. Hij heeft zich overal doorheen geploeterd. En wat hij allemaal niet schreef? Hij beet zich ergens helemaal in vast, en vond dan dat hij de wereld iets te melden had.

“Hij was dankbaar dat hij hier mocht zijn en die dankbaarheid bracht grote dingen. Hij was zo’n harde werker. Door dat harde werk in Nederland heeft hij geen internationale carrière kunnen maken. Hij was geen carrièreman, en dat siert hem ook.”

Herbert Slegers, voormalig artistiek directeur van het NedPhO

“De grote verdienste van Hartmut Haenchen is dat hij de fusie van drie orkesten in goede banen heeft geleid. Toen hij in 1986 bij ons aantrad, vlak na die fusie, was het orkest organisatorisch weinig homogeen. We zaten met een overbezetting bij de blazers. Het niveau van de spelers verschilde ook behoorlijk. Haenchen heeft al die problemen met veel energie opgelost. Dat deed hij op een menselijke manier: hij probeerde elke musicus naar een hoger niveau te tillen.

“Tegelijk was hij tüchtig in zijn aanpak: precies, consciëntieus en altijd tot in de puntjes voorbereid. Hij kende alle noten en verdiepte zich ontzettend goed in de achtergrond van de muziek. Hij deed bijvoorbeeld intensief studie naar Mahler, naar elk van zijn tien symfonieën. Daar schreef hij verklarende brieven over die uiteindelijk in boekvorm zijn uitgegeven.

“Zijn grote kennis maakte hem ook veeleisend. Hij ging altijd voor het beste resultaat. De symfonieën van Mahler moesten in het begin best even indalen bij het orkest. De musici waren er niet aan gewend, Haenchen heeft hen daar echt in ontwikkeld. Hij begon met de Eerste Symfonie en stuwde iedereen steeds verder op. Tegen de tijd dat ze bij de ingewikkelde Zesde en Zevende aankwamen, was het niveau hoog.

“Het absolute hoogtepunt waren de grote Duitse opera’s die hij samen met Pierre Audi deed: Richard Strauss en Wagner. Top. Toen hij vervolgens een keer Die Fledermaus van Johann Strauss deed, een vrolijk en speels werk, ging dat hem tot mijn verbazing ook heel gemakkelijk af. Dat frivole zat dus ook in hem, naast dat serieuze.

“Ik heb hem meegemaakt van zijn komst tot aan zijn vertrek. De samenwerking was altijd uitstekend. In Amsterdam woonde hij vijf minuten bij me vandaan, ik was er kind aan huis. We bespraken samen de programmering. Hij had uitgesproken voorkeuren die ik heel verstandig vond. Franse muziek paste niet bij hem, en dat dééd hij dan ook niet. Zijn liefde lag bij de Duitse, Russische en Tsjechische muziek. En natuurlijk bij het klassieke werk: Mozart, Beethoven.

“Hij was erg goed met zangers. Die voelde hij goed aan, ik denk omdat hij vroeger zelf ook zanger is geweest in het Dresdner Kreuzchor.

“Als hij er bij het orkest één ding heeft ingebrand, dan is het discipline. Dat kun je nog steeds horen. Elke keer als hij hier terugkomt om te dirigeren, plukt hij er nog de vruchten van.”

Peter van der Lint und Sander Becker

<a href="https://www.trouw.nl/cultuur-media/dirigent-hartmut-haenchen-een-groot-vakman-die-geen-fouten-duldt~beaa70d9/" target="_blank">Alle Interviewes</a>